Het is Ă©Ă©n van de laatste mooie herfstdagen. Door het raam zie ik dat de aardmassa langzaam een schaduw over de straat werpt, die hier en daar al wat gele en bruine tinten vertoont. Door de afnemende fotonendichtheid wordt het raam langzaamaan omgetoverd tot een spiegel. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, waar blijft mijne pita? Mijn wens komt onmiddellijk tot vervulling: in de weerspiegeling zie ik de uitbater van de pitabar zoals orkaan Ivan op mijn tafel afstormen. Met de als verschil dat de Egyptenaar iets komt brengen. Aan de tafel tegenover me zie ik een jong vrouwtje tegenover haar vriend zitten. Ze is wel wat ouder dan mij maar toch best aantrekkelijk. Waarom windt het beeld waarin ze de witte looksaus van haar lippen likt mij lichtelijk op?
Mijn zicht en dagdroom worden plots onderbroken door een openzwaaiende deur. Een zonderlinge figuur met een lang donker kleed en daarboven een donkergroene vest, komt binnenwandelen, voorgegaan door een wandelstok. De man is voorzien van een volumeuze grijsachtige baard. Vreemd genoeg komt hij me erg bekend voor. Het is hem! Osama Bin Laden! Allerlei beeldfragmenten onderbreken de input van mijn netvlies: een vliegtuig dat zich als een Black & Decker in Ă©Ă©n van de WTC-torens boort, Bush die de pers toespreekt, grotten in de Afghaanse woestijn, Rob Vanoudenhoven als terrorist vermomd,.... De flash backs worden onderbroken door de koele blik van Osama, die zich recht in mijn pupillen boort. Hij wendt zijn blik af en zet zich enkele tafels verder neer.
Wanneer ik zeker weet dat hij me niet zien, neem ik in vorstelijke toestand - lichtjes bevend – mijn GSM uit mijn broekzak. Verdomme! Zo plat als Justine Henin! De jonge vrouw en haar vriend verlaten rustig het restaurant waarvan de uitbater net bezig is een ronddraaiende schapenbout met zijn scheerapparaat te bewerken. Ik sta er dus alleen voor. Als kind beeldde ik me wel eens in om op mijn eentje als een Rambo “de slechten” te verslaan. In het echte en volwassen leven heeft huidige situatie echter een heel andere uitwerking: mijn pita begint een terugreis te ondernemen. Ik neem mijn cola en spoel hem terug naar beneden. Sorry schaap, een enkel ticket, geen retour. Het feit dat ik men kots heb kunnen inhouden, geeft me zelfvertrouwen. Ik bedenk hoeveel leed en mensenlevens terreuraanslagen al gekost hebben en verzamel al mijn moed en mannelijkheid. Deze man is een etterende kanker in de wereldmaatschappij, die dringend chirurgisch verwijderd moet worden. Ik bekijk het mes waarmee ik zonet mijn pita binnengespeeld heb. Hij lijkt niet bepaald op een scalpel, maar ik laat het toch maar in mijn zak glijden. Beter iets dan niets. Gewapend met enkel een bot eetmes zal ik de meestgezochte terrorist ter wereld stoppen!... Maar eerst even naar de WC.
Een half uur later bevind ik me in de schaduw van een geparkeerde bestelwagen, onzichtbaar voor Osama. Aan de overkant van de straat is een zaaltje, waar hij naar binnen gaat. Ik besluit 2 minuten te wachten. Er gaan net nog 2 mensen naar binnen. Ik volg hen op enkele meters. Ze geven elk 5 euro aan een man die voor de binnendeur wacht houdt. Zo heeft Bin Laden dus zijn fortuin vergaard... Ik volg hun voorbeeld en ga naar binnen waar ik toeschouwer van een eigenaardig tafereel wordt: vooraan in de zaal staat een podium waarop enkele spots gericht zijn. Langs beide kanten zijn boxen geplaatst en ervoor staan een 100-tal mensen. In de zaal weergalmt een geroezemoes, dat meteen dooft wanneer de zaal in duisternis gehuld wordt. Plots weerklinkt een weerzinwekkend soort muziek door de hele zaal. Hoewel ik deze afgrijselijke klanken bezwaarlijk muziek kan noemen. Met in de ene hand zijn wandelstok en in de andere hand een microfoon, treedt Osama Bin Laden het podium op. Binnenin de wandelstok schuilt wellicht de Zwitserse dodelijkheid van een Glock pistool.
Na een applaus van de menigte begint de terrorist het publiek toe te spreken. Vreemd genoeg blijft de muziek doorspelen en houden zijn woorden toon met de muziek. Ik probeer enkele woorden op te vangen maar uiteraard versta ik er niets van. Plots lijkt het of ik het woord “marsupilami” hoor weerklinken. Zelfs gezien de omstandigheden kan ik niet nalaten er even om te lachen. Marsupilami, zoals de stripfiguur van Franquin. Of het nummer van... Op de muur naast me valt mij plots een affiche op, waarop in grote letters onder de datum van vandaag gedrukt staat: “Optreden: Vader Abraham”...
door: St*rfish
|